Pagina's

maandag 30 juli 2012

° etappe 27 - 20km naar Les Ormes

Het heeft de ganse nacht geregend en tegen de morgen aan ging het over in zo’n miezerige druilregen. Niet bepaald een weertje om een smile tot achter je oren te toveren. Nog eens omdraaien op het fitte matraske en mezelf wijsgemaakt dat het tegen 10 uur wel zou opklaren. Nougabolle, dat bleef miezeren. 
Goed, tegen 10 uur beginnen in te pakken maar het was eigenlijk al 11 want mijn horloge is om de één of andere reden beginnen achterlopen. Weg ermee, op mijn Gsm staat ook een klok. ’t Was dus al bijna middag voor ik mijn eerste stap had gezet. 

Tambour – Major vous m’entendez ? 
Je vous ordonne de jouer !
La Marche en Avant, la marche en avant. 

Hups naar Les Ormes. Een stuk de Départementale gevolgd maar ik vond dat een beetje eentonig en halverwege ben ik afgedraaid naar Braché om daar de GR route op te pikken. Heel die weg is het blijven miezeren en de lucht rook er naar ettekees, dat is Brusselse stinkkaas of veredelde Hervekaas zoals de kaasaffineurs het zo sjiek kunnen uitdrukken. Een tijd lang dacht ik dat ikzelf de oorzaak was van die geur, temeer omdat ik konstant vliegen onder mijn petje had zitten maar dat kon niet. Vanmorgen heb ik nog uitgebreid gedoucht. 

Het loopt een heel stuk aangenamer die GR route. Paar kilometertjes meer maar het was geen grote trip vandaag. Jongens wat ben ik kontent met mijn nieuw petje. En niet alleen voor het wegmeppen van de vliegen. Bij diepere studie van het hoofddeksel heb ik ontdekt dat er, met aandacht voor het design, laterale verluchtingsgaten in zijn aangebracht. Dit deed mij ongewild denken aan de Kleine Bomma zaliger, een grootmoeder van een schoonbroer. Dit impliceert dus ook dat er ooit een Grote Bomma tot de wereldbevolking heeft behoort maar ik wil dat mens, evengoed zaliger, haar zielerust niet verstoren. Grote Bomma was een dochter van Kleine Bomma ter verduidelijking. Wel die kleine Bomma beweerde dat wanneer je in de winter geen muts op je kop zette dat je hersens dan konden bevriezen. Ik vermoed dat die verluchtingsgaten er in zitten voor het warmere seizoen. Het zou kunnen verhinderen dat je hersens gaan koken bij hogere temperaturen. Let op die Fransmannen zijn visionairs op het gebied van kleding. Kijk maar naar Dior, Lagerfeld en consoorten. Grapje. 

Het alleen-zijn met jezelf op zo’n tocht maakt toch dat je een ganse tijd besteedt aan het ontleden van jezelf. Je denkt terug aan situaties waarin je eerder terechtkwam en je reconstrueert de handelingen, je eigen reacties en die van anderen. Meestal kom ik tot de vaststelling dat de scherpe randjes die voor een bepaald ongenoegen zorgen, dat ik die zelf creëer omdat ik zo gewoon ben om op een vingerknip dat te krijgen wat ik wil. Veel ongenoegen wordt gecreeerd als die vingerknip niet werkt. Zo tot de basics terugvallen … vind ik op tijd een winkel voor eten, moet ik niet teveel omlopen, krijg ik mijn kleren droog, heb ik een slaapplaats vanavond tot zelfs heb ik nog wc papier ? ….. Het zijn allemaal zaken die mijlenver afstaan van het comfortabele luxeleventje thuis. Het stemt je tot nadenken en het enige dat ik daar voor mezelf kan uit afleiden is dat relativeren een wondermiddel is voor de zovele ongemakjes die je in het dagelijkse leven thuis oploopt. Dit is voor mij al heel duidelijk geworden, een verrijking voor mezelf tot hier toe. Dit heeft mijn tocht alvast al opgeleverd. 

Iets voor La Celle St. Avant op de GR 655 ben ik even gaan rusten op een bankje aan een visvijver. Vele sportvissers hadden daar hun ganse arsenaal aan vislijnen, werphengels, camouflagetenten uitgestald en ik heb me daar even op een bankje gezet. Daar heb ik Lorelyne leren kennen. Een Parijs meisje van rond de 25 schat ik dat ook naar Santiago stapte. Ik had de St. Jacobsschelp opgemerkt op haar rugzak en ze kwam ook even meerusten op de bank. Ze werd geleefd en ze wou op haar zelf terugvallen. Het werk en haar omgeving hadden zodanig roofbouw op haar gepleegd dat ze de inzinking nabij was. Ze kon het niet meer aan. Haar ouders zagen het helemaal niet zitten dat ze zo alleen de baan op ging maar tot hier toe was het allemaal erg meegevallen. Ze overnacht in Pelgrimshuizen en bij mensen thuis. 
Morgen heeft ze een caravan in bruikleen op de camping van Châtellerault. Ik zit morgen ook op die camping en als ze morgen zo een eenpansmaaltijd koopt zal ik het voor haar opwarmen met mijn gaspitje. Dat vond ze “sympa”. Moedig meisje. Ze had een boekje met alle gites in Frankrijk voor pelgrims. Spontaan gaf ze me haar 06 nummer zodat ik haar mocht bellen als ik ergens om een slaapplaats verlegen zat. Ik denk dat het niet nodig zal zijn. Je me débrouille. 

Mooie camping hier en nu valt er weer een mals regenbuitje. Voor morgen heeft Arne, mijn privaatweerman, mooi weer beloofd. Bedankt maatje. Ik kruip in mijn hemelbed met baldakijnen en gouden flosjkes…. En een porceleinen bedpan om het scenario compleet te maken.

Voor de Mammie van Brussel was deze bedoeld.



Created with flickr slideshow.

Geen opmerkingen: