De campinguitbater heb ik niet meer gezien dus dat was een goedkope overnachting. Ik kan er ook niet aan doen. Ik ben zo fier als ne gieter omdat ik die rubberdop van mijn wandelstok heb kunnen fabriceren. Zo zie je maar dat je met een beetje inventiviteit wel iets kan bereiken. Hoe het mogelijk is, ik weet het niet maar het was precies een Mc Gyververhaal. Die vond ook binnen de kortste keren de nodige prullen om iets te fiksen. Nog geen 500 meter stappen en een stuk autoband vinden is eigenlijk onverklaarbaar vind ik. De Christoffel van Jacqueline zal er wel voor iets tussen zitten. In alle geval, de reparatie is uitermate geslaagd. Ik moet genen andere hebben.
Rond een uur of 9 ben ik een koffiebarreke binnengestapt in Ervillers pour mon petit café. De mevrouw bezag me maar met een scheef oog. Je moet weten dat ik een blauw oog heb, nen halfwassen grijs gespikkelden baard en ik droeg een poncho want het regende. Ze bracht me mijn koffieke en vroeg me waar ik naartoe ging. Toen zijn we beginnen vertellen. Zij was maar 1 keer in België geweest, in Gent met de floralieën. Vroeger was ze nog bloemenverkoopster geweest, vandaar. Ze had 2 zonen waarvan ze er één verloren had. Ze vernoemde de ziekte maar ik kon het niet thuisbrengen. Haar man was ook een stapper en die stippelde vooral zijn tochten uit in het centraal massief. Hoe langer ik daar zat, hoe behulpzamer ze werd. Ik kreeg een hele zak speculazekes en chokolatjes. Ze wou me flessen water meegeven maar ik vroeg haar om in de plaats mijn camelbag op te vullen. Ze vulde die met het ijswater van haar Ricard klanten. Ik kreeg zelfs een dozeke sigaartjes maar die heb ik beleefd geweigerd. Een heel lief mens. Tot slot wilde ze me geruststellen wanneer ik ‘En péril’ moest verkeren. In nood mocht ik haar altijd bellen, haar man zou me wel komen ophalen. Schattig mens, ik stuur haar een kaartje. Dat zijn er dan al 3.
Wat verder in Morlancourt werd ik aangesproken door een oudere man. ’t Gaat nog 40 dagen regenen, beweerde hij, want op St Médard had het geregend. Jawadde zeg, dat beloofd. Na het bezoekje aan dat koffiebarreke heb ik toch geen regen meer gehad zodat ik mijn gewassen spullen aan mijn rugzak te drogen kon hangen.
In Albert heb ik inkopen gedaan. In het office de tourisme ben ik gaan informeren naar logies in het Somme-departement. Ik kreeg een boekje mee. Estherke van Santvliet, ik zou dit boekje bijhouden maar het is gewicht. Ik zou het je willen geven voor de Walter, je papa. Het Somme departement is het Walhalla voor mensen die zich interesseren in de 2 grote wereldoorlogen. Je kan geen dorp voorbijgaan of er liggen bloemen bij de oorlogsmomenten. Veel slachtoffers zijn er gevallen in die waanzin, vooral in de grote wereldbrand van ’14-’18. Toch opmerkelijk dat de inwoners zo met het oorlogsverleden begaan blijven.
Met al die oorlogsmonumenten zat ik verdorie opnieuw met zo’n kweldeun opgescheept. Deze keer van Michel Sardou : Verdun. ’t Zit nu nog in mijn kop.
Verdun - Sardou
Rond 4 uur ben ik dan de Somme overgestoken. De Somme is naar verluidt de rustigste rivier in Frankrijk Iets verderop was de camping. Omdat ik echt in het diepste van de Sommevallei zit heb ik hier geen ontvangst voor GSM of wat dan ook. Morgenvroeg zal ik het thuisfront melden dat ik nog in leven ben. Al bij al een mooie en geslaagde dag. Temeer omdat ik heb vastgesteld dat je je bottienen niet te strak mag aantrekken als je in een heuvellandschap stapt. Je trekt er gegarandeerd je hielen mee open. Beetje losser in de schoen bracht heel wat verlichting. Morgen naar Moreuil. Ik denk 21 km. Een douche heb ik al genomen, nu nog de voeten verzorgen en dan vroeg gaan slapen seffens dan kan ik er morgen vlug uit.
Deze etappe heb ik gelopen voor Ons Annie, onze Mil en den Tom
reacties (1)
Hey Goe bezig Jan !!
12-07-2012 om 08:07 geschreven door Marc
Created with flickr slideshow.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten